Waar je op moet letten als je een sterk categorieplan wilt maken (zes tips)

Een tijdje geleden schreef ik een artikel getiteld “Acht veelgemaakte fouten tijdens het maken van een Categorieplan”. Wellicht vroeg je je na het lezen af, wat je dan wèl moet doen. In dit artikel noem ik zes zaken waar je in elk geval op moet letten. Mocht je na het lezen van dit artikel alsnog hulp nodig hebben, neem dan gerust contact met me op! Ik heb dit jaar nog plek om één bedrijf te ondersteunen bij het maken van een categorievisie. Ik kan ook snel, slim en voordelig marktonderzoek te doen om je plan te ondersteunen. Daar kun je me áltijd voor wakker maken.

Hier de zes tips voor het maken van een sterk categorieplan die je zelf kunt toepassen:

1. Denk vooraf goed na over doelstellingen en randvoorwaarden
Neem uitgebreid de tijd voor het formuleren van heldere en haalbare doelstellingen voor het categorieplan. Ik maak vaak mee dat dit wordt overgeslagen of als bekend wordt verondersteld. “We willen toch gewoon de omzet vergroten?”. Zeker als je een categorieplan met een specifieke retailer wilt opstellen en implementeren kan een verschil in doelstellingen ook een verschil in relevantie van activiteiten betekenen. Ook randvoorwaarden waarbinnen je moet werken zijn onmisbaar. Intern: ligt je budget al vast, moet je je aan de geplande introductiekalender houden, etc. Extern: aan welke formule-uitgangspunten moet je je houden, maar ook heel praktisch: kun je later de hele schapindeling wijzigen, of staan er het komende jaar alleen maar kleine wijzigingen op het programma?

2. Combineer informatie uit verschillende bronnen tot èchte inzichten
Een categorieplan is uiteraard gebaseerd op inzichten verkregen uit data. Inzichten die leiden tot de beste categorieplannen zijn opgebouwd uit een combinatie van gegevens over consumenten, shoppers en kanalen. Deze inzichten verkrijg je meestal niet door achter je bureau naar verschillende grafieken en tabellen te kijken. Daarvoor is tijd en creativiteit nodig, en meestal ook input van meerdere personen. Iemand van buitenaf, met een frisse blik, kan hierbij echt een verademing zijn.

3. Denk vanuit de categorie, niet vanuit het merk
De naam zegt het al: een categorieplan gaat in eerste instantie over de groei van de categorie, op welke manier dan ook. Denk daar dus eerst over na, los van merken. Pas daarna bepaal je hoe jouw merken specifiek bij kunnen dragen aan die categoriegroei. En misschien kom je er wel achter, dat er een merk/propositie mist: een innovatie is geboren!

4. Werk het plan uit voor alle P’s
Veel FMCG-bedrijven hebben een sterke focus op het in de markt zetten van nieuwe producten. Bij het maken van een categorieplan denken ze dan ook in eerste instantie aan welk product een bepaalde kans in de markt kan verzilveren. Er zijn echter veel meer wegen (P’s) die naar Rome leiden. Vergeet dit niet bij het uitwerken van je plan!

5. Neem het belang van de retailer in ogenschouw
Als fabrikant ben je vrijwel altijd afhankelijk van retailers; zij hebben de verkoopruimte die noodzakelijk is voor het aanbieden van jouw producten aan consumenten/shoppers. Je plan is sterk, als een retailer het zinvol vindt om te implementeren. Dat is alleen maar zo, wanneer het hem óók additioneel resultaat oplevert (en dan ook dat resultaat dat overeenkomt met zijn doelstellingen, zie punt 1).

6. Evalueer en pas aan
Vaak is de opluchting na het afronden van je plan zó groot, dat je vergeet regelmatig te evalueren en bij te sturen. Zeker in deze tijden van snelle marktveranderingen leer je het allermeest door trial en error. Ga er dus vanuit, dat je plan niet meteen helemaal perfect is en plan regelmatige evaluaties in. Aangezien je je doelstellingen helder hebt, is het makkelijk om te bepalen of je succesvol bent of niet en waarom (niet). Pas aan, implementeer en evalueer dan weer opnieuw.

Veel succes! En als je er niet uit komt, dan weet je me te vinden!

Meer en vaker pindakaas eten door innovatie? (hoe onderzoek je innovaties?)

penut-butter-innovation

– “Pindakaas met banaan?” -“Dat éét je toch niet?” Het is één van mijn favoriete combinaties, maar met komkommer, sambal of allebei vind ik ook niet te versmaden. Als zoete variant kies ik graag voor pindakaas met hagelslag of chocoladepasta, of allebei. Een andere lekkere hartige optie is met kaas, (gebakken of gekookt) ei of allebei. Daarnaast stop ik pindakaas in de kwark, havermout, nasi, ijs of een proteïneshake. En ik maak altijd mijn satésaus zelf. Van pindakaas.

Mensen die me al langer volgen, weten dat ik dol ben op pindakaas. Om precies te zijn, één soort pindakaas: Calvé pindakaas met nootjes. Om deselectie op het schap uit te leggen, gebruik ik dit product graag als voorbeeld. En vandaag ook om innovatie onder de aandacht te brengen.

Want ik ben niet de enige Nederlander die van pindakaas houdt. Daarom is het aanbod in de supermarkt enorm uitgebreid. Is elke innovatie in de categorie pindakaas voor mij even relevant? Hier een paar voorbeelden.

100% pindakaas van AH was voor mij dé reden om niet meer loyaal te zijn aan Calvé: leve de nóg smeuïger structuur, en het gevoel hebben iets goeds te doen doordat er werkelijk niets aan is toegevoegd (En Calvé kwam pas later met dit). Er is een variant met nootjes: want er moet wel iets te kauwen zijn.

Pindakaas light: Hoewel ik (meestal) op mijn calorie-inname let, wijs ik deze meteen af: er is geen variant mèt nootjes.

Pindakaas creamy: niks voor mij: ik zei toch dat er iets te kauwen moet zijn

1 kg pot: 100% ja, want hoe méér pindakaas, hoe beter

Pindakaas Snickers: mooi idee, maar het heeft de smáák van Snickers en niet de structuur, jammer (ja, ik ben een ouwe zeur).

Pindastukjes: ja, als extra topping op alle genoemde recepten!

Pindakaas chocoladepasta duo: één van mijn favoriete combinaties in één pot: maar zonder nootjes, en je wilt toch zelf doseren? (Goede reden om dubbel te beleggen is toch dat je lekker veel op je brood kunt doen?)

Zo zie je maar: één grote pindakaasliefhebber maak je nog niet snel blij met je innovatie. Laat staan alle pindakaasliefhebbers van Nederland! Of wil je juist nieuwe pindakaasliefhebbers aantrekken?

Hoe onderzoek je welke innovatie relevant is voor de consument (of jouw specifieke doelgroep)? Dat hangt af van je doelstellingen, in hoeverre je concept al is uitgewerkt en of je nog verschillende concepten of features/benefits hebt die je wilt testen.

Denk bijvoorbeeld aan vragen als:

  • Hoe relevant is het nieuwe product?
  • Wat is de aankoopbereidheid van het nieuwe product?
  • Wat wordt de rotatie van mijn nieuwe product?
  • Welke features/benefits voegen daadwerkelijk iets toe?
  • Hoe presteert mijn nieuwe product op het schap (tov concurrentie)?
  • Hoe worden herhaalaankopen van mijn product?
  • Hoe wordt de smaak van mijn product gewaardeerd?
  • Etc

Weet je niet precies hoe je een onderzoek naar nieuwe producten (ik praat ook graag over andere producten dan pindakaas, hoor :-)) het slimste kunt aanpakken en wil je drie kwartier lang gratis en vrijblijvend hierover sparren? Meld je dan aan voor de Summer Market Research Sparring. Wil je eens kennismaken en bespreken hoe ik een dergelijk onderzoek zou aanpakken? Neem dan gerust contact met me op.

Wil jij ook meer pindakaas in je leven? Kijk dan hier!